Zondag had alhier de feestelijke opening plaats van de nieuw opgerichte Buitensociëteit “Prins van Oranje” , welke bereids talrijke leden telt en waarbij het Philharmonisch
Gezelschap is toegetreden. Zonder van de omstandigheden te gewagen,
welke tot de oprichting dezer sociëteit aanleiding hebben gegeven, mag echter niet
onvermeld blijven, dat hier nooit binnen zoo beperkten tijd iets is opgericht,
waarbij zoveel belangstelling een eensgezindheid heerschtte, als bij deze oprichting het geval was. Dank den onvermoeiden ijver der voorloopige Commissie, ging alles vlug van de hand en werd, binnen acht dagen tijd, een lokaal gehuurd, de zaal gedecoreerd, een veld in een wandeltuin met kioske, priélen tenten, groen, lommer, en behoorlijke zitplaatsen herschapen en daarbij eenen eigen economie met goede bediening daargesteld.
Het openingsfeest mag dan ook gezegd worden, bijzonder goed te zijn gelukt. Nadat het Volkslied, door de muziek aangeheven, door al de aanwezige heren en dames met
geestdrift was gezongen, heette een der leden van de voorlopige Commissie de gasten
welkom in het nieuwe lokaal en deed daarbij uitkomen wat al niet door eensgezindheid en goeden wil kan worden tot stand gebracht. Deze aanspraak werd door de leden met een drievoudig applaudissement ter eere van het voorlopige Comité beantwoord.
Vervolgens voerde de Harmonie hare geliefkoosde stukken uit, welke door den krachtigen zang van het gezelschap Orpheus werden afgewisseld, terwijl later het terrein heerlijk
geillumineerd en het feest met een prachtig vuurwerk en bengaalsch vuur gesloten werd.
Gulle hartelijkheid en vrolijke stemming zaten bij dit feest voor en de leden met hunne dames keerden eerst laat in den avond huiswaarts.